Omdat ik relatief vaak naar de film ga, valt het me altijd weer op hoe snel mensen uit hun comfortabele bioscoopzitjes opveren eenmaal die film is afgelopen. Afgelopen, dat betekent dan dat het laatste beeld zich van het objectief van de projector heeft losgemaakt en dat de eindtitels beginnen.
De eindtitels zijn voor mij nochtans een wezenlijk onderdeel van elke film. En dus blijf ik er naar kijken. Halsstarrig soms, ook als de lichten alweer zijn aangegaan of als het zaalpersoneel in de weer is met veger en blik om de altijd aanwezige restjes popcorn en andere ongerechtigheden van tussen de gangpaden te verwijderen. Ik ben dan weliswaar niet degene die het licht uitdoet, maar wel – letterlijk – de laatste die de zaal verlaat.
De aftiteling heeft voor mij een drievoudige functie.
In de eerste plaats is het bekijken van de aftiteling voor mij een manier om weer tot zinnen te komen, een moment van coolingdown. Als ik naar een film kijk dreig ik me te verliezen in het parallelle universum dat zich voor mij ontvouwt. Een goeie film doet je de werkelijkheid even vergeten. Het donker van de zaal stelt je zintuigen in staat om volledig op te gaan in een wereld die niet bestaat, maar die is ontsproten aan de verbeelding van de filmmakers. Van die ingebeelde wereld mag je niet te snel worden losgerukt. Het is de rol van de aftiteling om het scheidingsproces zo sereen en pijnloos mogelijk te laten verlopen, je de tijd te gunnen om te wennen aan het moment dat je er weer helemaal alleen voorstaat in de confrontatie met de werkelijkheid.
Op de tweede plaats is de aftiteling een bron van informatie over de muziek die in de film werd gebruikt. Muziek is een essentieel onderdeel van de filmbeleving. Daarom hadden zelfs de stomme films van voor 1927 vaak al live pianobegeleiding. Goeie filmmuziek is ofwel speciaal voor de film gecomponeerd, of zorgvuldig gekozen uit het bestaande repertoire. Muziek kan een film maken én breken. En dan heb ik het niet alleen over het correcte gebruik van de spanningsboog, maar vooral over de unieke interactie tussen beeld en geluid. Door die interactie ontstaat iets nieuws, een toegevoegde waarde die men nooit had bevroed.
De muziek die in een film werd gebruikt, wordt meestal op het einde van de aftiteling vermeld. Wil je weten welk deuntje er tijdens de vrijscène speelde, of op het moment dat de kettingzaag het hoofd van de romp scheidt, dan moet je dus geduld hebben. Zelf bekijk ik het muziekoverzicht vooral om bij klassieke muziek te controleren of ik juist gokte toen ik dit stuk of deze componist meende te herkennen. Bij muziek voor films uit het alternatieve circuit kan het interessant zijn om even na te kijken bij welk – minder bekend – label de soundtrack werd uitgegeven.
Ten slotte – last, but not least – is er nog een derde reden waarom ik de eindtitels per se wil bekijken. Misschien wel de belangrijkste reden.
Een film is niet het werk van één enkele man of vrouw, maar het resultaat van de samenwerking tussen de crew en de cast. Bij grote producties gaat het om honderden, soms zelfs duizenden mensen. De regisseur en de hoofrolspelers kent men vaak bij naam. Alle anderen zijn voor de duur van de film volstrekt anoniem. De aftiteling noemt al die naamlozen bij hun naam. Het bekijken van die aftiteling is voor mij een vorm van eerbetoon aan al diegenen die aan een film hun medewerking hebben verleend. Natuurlijk kan ik al die namen niet bewust in me opnemen. Waar het om gaat is dat ze zich voor mijn netvliezen hebben ontrold en dat ik de tijd heb genomen om ze te bekijken.
Dus als u nog eens naar de film gaat, denk dan even aan mijn woorden en blijf zitten tot de aftiteling is afgelopen. Uit respect voor al die mensen die u een aangenaam moment hebben bezorgd.
Terechte opmerking, op het kleine scherm wordt de aftiteling tegenwoordig vaak helemaal weggelaten. Alles moet rap gaan maar respect opbrengen is toch een minimumvereiste.
De New Zealand Book Council ziet het zo:
Arthus schreef:
Goed gevonden. En met deze boodschap doen ze helemaal geen afbreuk aan de betekenis van de aftiteling.