In Memoriam Herman Liebaers (1919-2010)

Herman Liebaers (1919-2010)
Herman Liebaers (1919-2010)
Dinsdag 9 november jl. is Herman Liebaers op 91-jarige leeftijd in Jette overleden. Hij werd geboren in Tienen op 1 februari 1919. Liebaers was o.a. hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek van België en grootmaarschalk van het Hof onder koning Boudewijn. Hij behoorde tot de socialistische strekking, maar was nooit partijlid. Liebaers was ook vrijmetselaar bij de obediëntie van het Grootoosten van België. Hij was gehuwd met Isa Hereng (1920-1986). Zij hadden twee kinderen, Dirk en Inge.

Nadat hij aanvankelijk zijn getuigschrift van schrijnwerker behaalde en aan het Atheneum van Brussel in ‘de Moderne’ belandde, studeerde Liebaers Germaanse filologie aan de Universiteit van Gent, waar hij in 1942 als licentiaat (master) afstudeerde. Eind 1943 begon hij zijn carrière in de (toen nog ‘oude’) Koninklijke Bibliotheek van België. Hij moest er beginnen met het vertalen van de onderwerpscatalogus van het Frans in het Nederlands. Met enkele miljoenen ingangen was dat op zijn eentje een eindeloos en onmogelijk werk. Even overwoog hij dan ook om ’s anderendaags al ontslag te nemen. Tot men hem uitlegde dat hij alleen maar moest doen alsof hij de catalogus in het Nederlands vertaalde. De Tweede Wereldoorlog woedde immers nog volop en de Vlaams-nationalisten – gesteund door de Duitse bezetter – drongen aan op gelijkberechtiging én dus op een Nederlandstalige onderwerpscatalogus in de toen nog quasi uitsluitend francofone nationale bibliotheek.

Op het einde van de oorlog kwam Liebaers in het concentratiekamp van Breendonk terecht. Het gevolg van een Duitse razzia in de Anderlechtse en socialistische tuinwijk Moortebeek waar hij woonde. De Duitsers hielden hem voor zijn vader. In Breendonk werd hij slecht behandeld en kreeg er zweepslagen. Gelukkig werd hij naar het veel menselijkere Huy overgeplaatst, want anders had hij het – zoals zovele andere lotgenoten – wellicht niet overleefd.

In de periode 1950-51 verbleef Liebaers een half jaar in de Verenigde Staten en was hij gedurende enkele weken verbonden aan de Library of Congress. In 1954 verliet hij de Koninklijke Bibliotheek om bibliothecaris te worden van de CERN, de Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire. In datzelfde jaar werd de eerste steen gelegd van de nieuwe Koninklijke Bibliotheek Albert I. De Belgische regering besliste al in 1935 over de bouw van die nieuwe bibliotheek, op verzoek van koning Leopold III en koningin Elisabeth (de weduwe van Albert I) die er de nagedachtenis van koning Albert mee wilden eren.

In 1956 keerde Herman Liebaers terug naar de Koninklijke Bibliotheek. Hij had ondertussen gedoctoreerd en werd in opvolging van de numismaat Marcel Hoc tot hoofdconservator benoemd. Als ‘francofiele flamingant’ was Liebaers een graaggeziene figuur en dat gaf hem de mogelijkheid om een aantal broodnodige moderniseringen door te voeren en ook de bouw van de nieuwe bibliotheek tot een goed einde te brengen. Op 17 februari 1969 wordt de nieuwe Koninklijke Bibliotheek Albert I plechtig ingehuldigd.

Samen met zijn gezin bewoonde Liebaers het penthouse boven de bibliotheek. Al die tijd moest hij geen huur, gas of elektriciteit betalen. Hij vond het dan ook zijn plicht om daarvoor iets in de plaats te doen. Regelmatig organiseerde hij diners voor mogelijke schenkers. En zo komt het dat onder zijn mandaat de Koninklijke Bibliotheek in 1962 de grootste schenking ooit binnenhaalde: het legaat van de weduwe Louis Solvay.

Als hoofd van de Koninklijke Bibliotheek had Liebaers een visie die zich niet beperkte tot de wereld van de wetenschappelijke bibliotheken. Tijdens het congres van de Vlaamse Vereniging van Bibliotheek- en Archiefpersoneel (thans VVBAD) dat in 1965 in Mechelen plaatsvond, hekelde hij het ontbreken van een structuur en van een personeelsbeleid in de openbare bibliotheken, evenals het onbegrip dat op dit vlak bij een deel van de administratie heerste.

Liebaers had oog voor internationale samenwerking en droeg hieraan regelmatig zijn steentje bij. Zo nam hij in september 1967 in Mechelen deel aan de eerste gemengde congrescommissie ter voorbereiding van een gezamenlijk bibliotheekcongres van Nederlandse en Vlaamse bibliothecarissen. Dat congres vond in maart 1968 in Brussel plaats en had als thema… samenwerking. In 1972 hield Liebaers tijdens de viering van de vijftigste verjaardag van de Vlaamse Vereniging een redevoering over ‘Het belang van een bibliothecarissenvereniging in internationaal verband’.

In 1969, het jaar waarin Liebaers zijn nieuwe nationale bibliotheek opende, werd hij in Kopenhagen ook verkozen tot voorzitter van de IFLA, de International Federation of Library Associations. Hij zou die functie tot in 1974 blijven bekleden.

Eind april 1973 verliet Liebaers de Koninklijke Bibliotheek. Hij vertrok naar Washington om er te gaan werken voor de CLR, de Council on Library Resources (thans CLIR, de Council on Library and Information Resources). Even ook nog was hij raadgever van de Iraanse Sjah die in Teheran een keizerlijke bibliotheek wilde bouwen. Liebaers was ontgoocheld geraakt door de onwil van de Belgische regering om de door hem voorgestelde vernieuwingsprojecten voor de bibliotheek te verwezenlijken. De nieuwe bibliotheek was voor de regering blijkbaar een eindpunt, geen nieuw begin. In de Koninklijke Bibliotheek werd Liebaers opgevolgd door de paleograaf Martin Wittek.

Nog voor hij naar Washington vertrok, werd Liebaers over de functie van grootmaarschalk van het Hof aangesproken door Georges vanden Abeelen, een vriend van hem én van koning Boudewijn. Aanvankelijk besteedde hij aan die vraag niet veel aandacht. Tot hij op 15 oktober 1973 door koning Boudewijn werd ontvangen. Hij kreeg een week tijd om te beslissen en… aanvaardde. Er werd afgesproken dat hij tot eind 1973 bij de CLR zou blijven werken. Het penthouse boven de Koninklijke Bibliotheek bleef zijn woning tot aan zijn pensionering als ambtenaar in 1984.

Als grootmaarschalk – of Grote Schalk zoals een hofdame hem noemde – zou Liebaers gedurende acht jaar lang dag en nacht de Koning met goede raad bijstaan. Zelf zei hij over die periode dat hij de bibliotheek nooit echt had verlaten, maar ze had meegenomen naar het Koninklijk Paleis. Van de Koning bekwam hij dat er bij de federalisering van het land rekening zou worden gehouden met de wetenschappelijke instellingen, waardoor ze nog lang onafhankelijk hebben kunnen werken en vrij konden beslissen over de ter beschikking gestelde middelen. Maar volgens Liebaers heeft de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen ertoe geleid dat de administratie weer ging bepalen wat er gebeurt, in plaats van er alleen maar op toe te zien dat de ter beschikking gestelde middelen fatsoenlijk worden gebruikt. Liebaers vond dat “een stap terug naar de negentiende eeuw.”

In 1981 kreeg Liebaers van toenmalig minister van Nationale Opvoeding Willy Calewaert het voorstel om een comité voor te zitten dat zich over de herstructurering van de tien nationale wetenschappelijke instellingen zou buigen. Liebaers vond dat voorstel zeer aantrekkelijk. Zes van de tien instellingen zaten toen immers zonder directeur en hij had de Koning herhaaldelijk gesproken over de erbarmelijke toestand waarin de nationale instellingen in vergelijking met de universiteiten verkeerden. Op 15 oktober werd Liebaers benoemd tot koninklijk commissaris voor de Herstructurering van de Nationale Wetenschappelijke Inrichtingen.

Volgens Liebaers moest de hervorming van de nationale (nu federale) wetenschappelijke instellingen zich op drie uitgangspunten concentreren: de dubbele ministeriële voogdij die betrekking heeft op het dagelijks bestuur van de instellingen; de onduidelijkheid van de teksten waarin de taken van de instellingen staan omschreven; en de gebrekkige organisatie van de instellingen. In 1984 zou het mandaat van Liebaers aflopen, maar de Koning was bereid een verlenging voor te stellen. Liebaers weigerde dit echter omdat hij vernam dat minister van Onderwijs Daniël Coens (die ondertussen Willy Calewaert was opgevolgd) zijn eindverslag had afgeketst nog voor het was gepubliceerd.

In 1984 bereikte Liebaers als ambtenaar de pensioengerechtigde leeftijd, maar hij nam zijn pensioen niet op. Met Europalia sprak hij af dat hij tot zijn zeventigste zou werken tegen een wedde gelijk aan zijn pensioen. Zo werd hij commissaris-generaal van Europalia 85 Spanje en zat hij het wetenschappelijk comité van Europalia 89 Japan voor.

Alhoewel Herman Liebaers ook een Lakenaar was (hij woonde de laatste jaren op de Jan Sobieskilaan) en ik hem wel eens op straat zag wandelen en dan goeiedag knikte, heb ik hem slechts eenmaal persoonlijk gesproken. Dat was op 1 november 1998 op de Boekenbeurs in Antwerpen. Ik woonde toen zelf nog niet in Brussel. Liebaers was bijna tachtig en stelde ‘Koning Boudewijn in spiegelbeeld: getuigenis van een grootmaarschalk’ voor. Dat boek was het tweede deel van zijn memoires, volgend op ‘Meestal in opdracht: Brusselse kant-tekeningen van een bibliothecaris’ dat in 1982 verscheen (een vertaling van ‘Mostly in the line of duty’). Tijdens een signeersessie hadden we een kort gesprek. Ik werkte nog in de vastgoedsector, maar was in Antwerpen al aan het bibliotheekgraduaat begonnen. En dus kwam het gesprek onvermijdelijk bij bibliotheekgebouwen terecht, de combinatie van die twee metiers. Ik herinner me nog dat de VVBAD toen net het boek ‘Bibliotheken bouwen in Vlaanderen: twintig jaar openbare bibliotheekbouw’ had uitgegeven. Alhoewel Liebaers al jaren niet meer in de sector actief was, volgde hij de ontwikkelingen in het bibliotheekwezen blijkbaar nog wel. In mijn exemplaar van zijn boek schreef hij de destijds profetische woorden:

Toen ik bibliothecaris was, waren gebouwen belangrijk. Nu zullen ze weldra te groot worden omdat de virtuele bibliotheken de strijd zullen winnen.

Of die woorden ook profetisch waren voor onze – eertijds zijn – nationale bibliotheek, de Koninklijke Bibliotheek van België, valt te betwijfelen. Die is nu in handen van ignorante apparatsjiks en eerloze managers zonder visie. Daardoor heeft ze de voorbije decennia noch fysiek, noch virtueel op de kaart van het internationale bibliotheeklandschap gestaan. Tot vermaak van onze buren en tot schande van ons geslacht (vrij naar Wannes Van De Velde).

Bronnen:

  • Wikipedia [nl]: lemma Herman Liebaers.
  • Wikipedia [en]: lemma Herman Liebaers.
  • Koninklijke Bibliotheek van België [website]: geschiedenis.
  • Koninklijke Bibliotheek van België [website]: historiek en collecties.
  • Wonen in Brussel: Herman Liebaers, hofmaarschalk.
  • Mostly in the line of duty : thirty years with books / Herman Liebaers. – Den Haag : Nijhoff, 1980. – ix, 240 p. – ISBN 90-24722-28-4.
  • “Nu van hooger hand…” : vijfenzeventig jaar Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen / onder hoofdredactie van Frans Heymans. – Antwerpen : Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen, 1996. – 332 p. : ill. – ISBN 90-72679-19-9.
  • Bibliotheken bouwen in Vlaanderen : twintig jaar openbare bibliotheekbouw : 1978-1997 / eindred. Marijke Hoflack. Antwerpen : VVBAD, 1998. – 151 p. : ill. – ISBN 90-72679-23-7.
  • Koning Boudewijn in spiegelbeeld : getuigenis van een grootmaarschalk : 1974 – 1981 / Herman Liebaers. – Leuven : Van Halewyck, 1998. – 420 p. : ill. – ISBN 90-5617-156-9.
  • De Kunstberg : beknopte beschrijving van de belangrijkste instellingen in het Brusselse stadsdeel Kunstberg / François Mairesse. – Brussel : Koning Boudewijnstichting, 2000. – 85 p. – ISBN 90-5130-366-1.

Gepubliceerd door Patrick

Every day I'm a librarian ∞ Brusselaar met een Antwerps accent ∞ sapiophile ∞ filmliefhebber ∞ cum spe sed vigilanter (hopeful, but vigilant) ∞ 1080 Brussel ∞ 1080 Bruxelles.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *